OverKophuis kan blijven verder bestaan dankzij extra subsidie van stad Genk en Vlaamse Regering

Het zit niet goed met de mentale gezondheid van heel wat jongeren. Ondanks de positieve evolutie in de coronacijfers, blijven de maatregelen zorgen voor fysieke en mentale afstand tussen de mensen. We hebben niet enkel nood aan een knuffel of kus, maar ook aan het gevoel gehoord te worden en er niet alleen voor te staan.

 

Sinds 2017 is Genk één van de vijf pionierssteden met een OverKop-Huis. Toon Vandeurzen (CD&V), schepen van jeugd, weet dat er inmiddels reeds 10 000 bezoekers over de vloer zijn gekomen. Gemiddeld kwamen er zo’n 170 jongeren per week langs en werden er meer dan 400 activiteiten georganiseerd. Een warme plek dus, waar jongeren zich thuis én gehoord voelen. Net om deze reden investeert Stad Genk nog eens 90 000 euro bovenop de 100 000 euro subsidie die wordt toegekend door de Vlaamse Regering.

De subsidie werd toegekend onder de strikte voorwaarde dat het aantal gesprekken, de hulpverlening en georganiseerde activiteiten gescoord moeten worden in de volgende periode. “Via deze extra steun hopen we meer naamsbekendheid te creëren en het personeelsbestand uit te breiden”, zo vertelt Tessa De Baeke, teamleider van OverKop-Huis Genk. Zo willen ze ook graag een samenwerking opstarten met andere sport- en jeugdverenigingen en GIGOS, de organisatie die instaat voor het jeugdwelzijnswerk in Genk. Binnen elke vereniging zou er dan een ‘welzijnsmeester’ aangesteld worden die de eerste signalen van eventuele decompensatie bij de jongeren kan oppikken en daarmee aan de slag kan gaan. Op die manier kan er tijdig ondersteuning geboden worden waar het nodig is.

“Het OverKop-Huis is in Genk gesetteld aan Rondpunt 26 en is een plek waar jongeren kunnen komen hangen, chillen en op hun gemak kunnen zitten”, zegt Tessa. “Een nieuwe thuis waar ook hulpverlening rondloopt indien ze nood hebben aan een gesprek. Verder zijn er ook nog jongeren aanwezig die erop getraind zijn om een eerste gesprek aan te knopen indien het voor jongeren te moeilijk is om zelf een hulpverlener aan te spreken. Op die manier weten ze dat ze er niet alleen voor staan”. Is voor sommigen de stap om letterlijk met hun problemen te komen aankloppen dan niet te groot? “De kracht van het huis is dat ze hier eerst kunnen komen om het te verkennen en via een spel of een informeel gesprek iemand rustig te leren kennen alvorens de stap te zetten naar het stellen van een hulpvraag. Dit verlaagt de drempelvrees”, aldus teamleider Tessa.

Dat je met een probleem kan komen aankloppen bij het OverKop-Huis, wilt niet meteen zeggen dat iedere jongere die langskomt een probleem heeft. Velen komen ook gewoon voor de gezelligheid. Ze hebben hier iets om handen en kunnen samen met vrienden genieten, wetende dat indien ze er nood aan hebben, er iemand is die naar hen luistert. De meest voorkomende gespreksonderwerpen zijn een laag zelfbeeld en eenzaamheid door corona, maar ook het zich niet goed in zijn vel voelen. “We gaan dan samen op zoek naar dingen die terug energie kunnen geven”, zegt een gemotiveerde Tessa. “Hierin kunnen de jongeren zelf een grote rol spelen. Zo werken we met een buddy-systeem waarin de vrijwilligers (‘cillamas’ genoemd) een vorming krijgen waarin ze leren hoe ze een eerste gesprek met een jongere aangaan en helpen inzicht te krijgen in wanneer het nodig is een professionele hulpverlener in te schakelen”.

>

 

Heb je interesse om begeleider te worden of wil je even een babbel slaan?
Het OverKop-Huis in Genk is bereikbaar op onderstaande manieren:

Locatie: Rondpunt 26 (woensdag, donderdag en vrijdag na de schooluren)
Facebook: OverKop Genk
Instagram: overkopgenk

Indien de stap om fysiek langs te komen te groot is, kan je op maandag en dinsdag ook online hulp krijgen!